In CASCADE reizen zeven dansers naar een droomwereld waar de grenzen tussen tijd en ruimte opgeheven worden. Ze verleggen hun grenzen, confronteren hun angsten en vinden steun bij elkaar – letterlijk en figuurlijk – en in een wereld die op instorten staat.
CASCADE gaat, onder andere, over tijd. Hoe werkt tijd in het stuk?
Stuart: In een groot deel van de voorstelling is het alsof de dansers ‘in real time’ leven. Alsof ze een reeks mogelijkheden hebben, maar niet weten in welke vorm die zich precies zullen ontwikkelen. Daardoor verkeren ze in een staat van hyper-aanwezigheid. Ze voeren niet alleen handelingen uit, maar ze gebruiken ook hun verbeelding en vragen zich af: waar reageren mijn handelingen op, wat zou er een gevolg van kunnen zijn? Aanwezig zijn vereist ook dat je in verband staat met alles om je heen. Het is alsof je deel uitmaakt van een weefsel; je bestaat samen met anderen in een voortdurende ruimte van oorzaak en gevolg. In CASCADE accepteren de dansers niet zomaar de grenzen en wetten van de tijd; ze bedenken, creëren en bewonen verschillende tijdslijnen. Dat betekent dat de toeschouwers heel aandachtig moeten zijn, want er gebeurt veel tegelijkertijd. Ze moeten echt in het stuk binnenstappen, in plaats van te proberen de opeenvolging van gebeurtenissen te volgen.
CASCADE werkt met een mix van opgenomen elektronische muziek en livemuziek, gecomponeerd door Brendan Dougherty en uitgevoerd door twee percussionisten. Wat voegt hun aanwezigheid toe aan het stuk?
Stuart: Tijdens de creatie van CASCADE hebben we veel gesproken over de kracht van de beat en over hoe je ermee kunt synchroniseren of juist niet. Het heeft iets metaforisch: als je naar verschillende culturen, gemeenschappen en mensen kijkt, wordt het duidelijk dat we veel verschillende opvattingen van tijd en ritme hebben. In CASCADE zijn er momenten waarop de dansers voor de maat of na de maat bewegen. Ze volgen die niet zomaar.
Dobricic: Ik hou ervan om de drums te bekijken als een tijdmachine. Door de maat te manipuleren, manipuleren ze de tijd. De drums hebben het vermogen om dingen te vertragen of te versnellen, te versterken of te laten inzakken.
Is de scenografie die Philippe Quesne voor het stuk ontwierp ook een soort tijdmachine?
Stuart: Er zijn elementen die inspelen op de niet-lineariteit: de enorme opblaasbare kussens bijvoorbeeld, die uitzetten en weer in elkaar zakken, alsof ze in- en uitademen. Aan de andere kant van het podium is er een grote schans, die duidelijk een toegang tot de ruimte voorstelt, maar tegelijkertijd is het net het einde van de lijn. Het zijn voortdurende cycli van beginnen en eindigen. De achterdoek voegt het beeld toe van een melkwegstelsel, een sterrenstelsel, en creëert op die manier een gevoel van het oneindige, het tijdloze, van een tijd die zo uitgestrekt is dat je je er zelfs geen voorstelling van kunt maken, omdat het de rede te boven gaat.
Wat betekent de titel?
Dobricic: Ik vond het grappig dat Biden in zijn inauguratietoespraak de woorden ‘cascading events’ (domino-effect) gebruikte. De term ‘cascade’ wordt gewoonlijk in negatieve zin gebruikt, omdat het volgens de natuurkunde altijd gaat om het verplaatsen van energie van hogere niveaus naar lagere niveaus. Maar er zijn ook andere soorten cascades. In het lichaam, bijvoorbeeld, circuleert de energie constant, ze verfrist en vernieuwt haar eigen stroom in een voortdurende cyclus. In CASCADE is er een thema van op en neer gaan. De dansers moeten hun reis zo ombuigen dat ze niet zomaar vallen. Ze putten voortdurend energie uit zowel de aarde, die hen naar beneden trekt, als uit het weerstaan aan de zwaartekracht. En ze gebruiken elkaar, in die zin, als een soort steun. Het idee van een cascade heeft ook te maken met inspanning. Niet dat dit stuk het over uitputting wil hebben. Maar er is een inspanning om de zaak draaiende te houden, zelfs op die momenten dat de voorstelling naar het nulpunt zakt en tot stilstand komt, of toch bijna.
Stuart: Voor mij zijn die momenten levensbevestigend. De titel houdt ook verband met de notie van de ‘cascador’, de stuntman of ‘degene die risico’s neemt’. Het heeft iets te maken met moedig zijn, niet in de zin van een superheld, maar in de zin van buiten je eigen sfeer te treden, te leven in het onevenwicht, in het niet-weten, en vanuit die plek in beweging te komen. Dat was een groot deel van het werk dat we als groep deden: het struikelen, het stotteren, het uitstrekken, het in de lucht springen zonder na te denken over hoe je gaat landen.
CASCADE zou normaal in première gaan in september 2020, en toen kwam de pandemie …
Stuart: Een van de performers zei dat het stuk fris maar oud aanvoelt. Omdat het materiaal er al lang is, maar het creatieproces verliep zo gefragmenteerd dat we het blijven vernieuwen, ook al veranderen we het niet altijd. We zijn in januari 2020 beginnen werken rond tijd en breuklijnen, en met relaties tot de tijd die tegen de gewoonte ingaan – dus je zou wel kunnen zeggen dat er gebeurtenissen in de wereld waren die het proces kwamen binnenwandelen en erop ingrepen.
— Interview door Julie De Meester / Damaged Goods
Bewerking door Ruth Dupré voor de Zendelingen, een productiehuis voor multimediale content over podiumkunsten en een collectief van freelancers die werken rond omkadering