De Kazachse violiste Aisha Orazbayeva (1985) laveert moeiteloos tussen oud en nieuw repertoire, daarvan getuigen haar vier solo-albums met eigen werk, maar ook met muziek van Telemann tot Sciarrino. In die opnames hoort The New Yorker een bijzondere ‘eenheid van hoofd, hart en handen’. Het is duidelijk dat Aisha steeds weer op zoek gaat naar nieuwe horizonten, zonder daarom het vertrouwde uit het oog te verliezen. Tijdens kamermuziekfestival Têtes-à-têtes presenteert ze samen met haar man Peiman Khosravi op elektronica haar nieuwste album Darkness, een mash-up van oud en nieuw klassiek, doordrongen van electro, pop en ambient.